Voor de belangrijkste posten in het bestuur van de bv Nederland is een zeer beperkt aantal kandidaten beschikbaar. De echte toppers lopen elders.
Een coalitie bestaat altijd uit 76 of iets meer Kamerleden (als er tenminste niet gedoogd wordt). De huidige coalitie VVD/PvdA heeft na wat afsplitsingen in de Tweede Kamer een meest minimale meerderheid van 76 zetels. (VVD 40, PvdA 36)
Uit dit zeer beperkte aantal kwamen 13 ministers en 6 staatssecretarissen. De VVD leverde 7 ministers en 3 staatssecretarissen, de PvdA 6 om 3. Daardoor moest de VVD haar Kamerfractie weer aanvullen met de 2e garnituur. Totaal 10 nieuwe T.K. leden en 9 voor de PvdA.
De VVD heeft bijna 31.000 leden, de PvdA 49.000. Een groot aantal hiervan is slapend lid, amper actief, een betrekkelijk klein aantal is actief in gemeente-, stads- of provinciebesturen. Meestal stromen daaruit de meest actieven door naar de landelijke politiek. Van de 80.000 VVD/PvdA-leden samen dus maar 76. En daar moet Nederland het mee doen. De Kamerleden die het meest op de voorgrond treden mogen zich opmaken voor het regeringspluche (wel, een beetje of totaal niet geschikt voor de post die voorhanden is). De meeste bewindslieden met een studie economie, politicologie of bestuurskunde als bagage.
Plasterk kon naar Onderwijs, Financiƫn en kreeg Binnenlandse Zaken. Dijsselbloem was eveneens voor meerdere ministersposten beschikbaar.
Kamp zit nu al op zijn 4e departement als minister: VROM (o.a. Volkshuisvesting), Defensie, Sociale Zaken en nu dus op Economische Zaken.
Deskundigheid en vakkennis is volledig ondergeschikt aan de machtsdrang tot nu toe. Echte vaklui op het gebied van onderwijs, zorg, veiligheid, economie, enz. komen niet in de Kamer, laat staan in het kabinet, waardoor ambtenaren wat kennis betreft vaak de maat slaan.
Als dan ook nog ministers en staatssecretarissen vervangen moeten worden, komen er nieuwe kandidaten uit een steeds zwakkere fractie bovendrijven. De VVD moest zo al Opstelten, Teeven en Weekers vervangen, de PvdA Timmermans, Verdaas en Mansveld. Deze laatste werd vervangen door een reeds zittende staatssecretaris (Sharon Dijksma van Sociale Zaken) Dijksma was eerder al staatssecretaris van E.Z., daarna van Onderwijs en gaat nu dus van E.Z. naar Infrastructuur en milieu.
Deze politiek incestueuze stoelendans doet vermoeden dat baantjesjagen ver boven het landsbelang uitgaat. Als dan ook nog eens slechte peilingen zowel VVD als ook PvdA nopen zwakke bewindslui te handhaven (Schippers, Plasterk, Van Rijn) en ministers vanaf het begin uit de wind worden gehouden door staatssecretarissen hoofdpijn dossiers te geven ( Schultz > Mansveld en Schippers > Van Rijn) dan wordt ons land bestuurlijk ernstig tekort gedaan.
Daarnaast komt het voor dat een zittend bewindspersoon gedwongen kan worden op te stappen wegens wanprestaties van voorgangers of dankzij ambtenaren die info. achterhouden.
Dat het belang van een loyaal partijlid cruciaal is blijkt het gevalletje Stef Blok. Nadat VVD & PvdA rond waren met de formatie (elk 6 ministers en 3 staatssecretarissen) bleek er voor Blok geen post te zijn. Domweg vergeten, maar geen paniek: Het nieuwe ministerie Wonen werd voor Blok geschapen, was hij ook onderdak.
In mijn revolutionair ander staatsbestel zijn al deze 'misstanden' ondenkbaar. Ik laat zien dat landelijk de besten op elk vakgebied worden aangezocht voor het juiste departement, democratisch voor minimaal 8 jaar benoemd, gecontroleerd en eventueel ontslagen. Zonder vallende kabinetten.
Kwaliteit. Nooit meer stoelendansjes!
Nog geen reacties op dit bericht.