Veel Nederlandse stemgerechtigden stemmen uit onvrede SP, PVV, FvD of een ander kleine partij, vaak strategisch of helemaal niet (meer).
De conclusie kan dan ook zijn dat er structureel iets mis is met onze democratie.
De hoogste tijd voor een revolutionair alternatief staatsbestel
eerlijker, veel democratischer en vele malen deskundiger.
Links noch rechts, slechts simpel rechtvaardig
Kortom, echt de hoogste tijd voor een revolutionair alternatief staatsbestel. Dit bestel is eerlijker, veel democratischer, vele malen deskundiger en nog transparant ook, met ingebouwde referenda! Referenda die niemand het volk af kan pakken.
In onze plannen zijn vallende kabinetten geschiedenis, coalities niet meer nodig, verwaterende compromissen verleden tijd, referenda overbodig, splinters onnodig, is deskundigheid leidend, een monddode oppositie uitgebannen, gedraai onmogelijk, zetelroof een oud begrip en transparantie maximaal. Carrièrepolitici worden ingeruild voor echte volksvertegenwoordigers. Bewindslieden zijn toppers binnen hun vakgebied terwijl de senaat uit rechtsdeskundigen gaat bestaan.
Een systeem zonder partijpolitieke benoemingen, zonder tweespalt en tweedeling tussen bevolkingsgroepen.
Tijd voor een PLUCHEN REVOLUTIE!
-Bewindslieden worden democratisch aangezocht en benoemd, gecontroleerd en eventueel ook democratisch ontslagen. Zelf solliciteren behoort tot de mogelijkheden.
-Alle TK-fractievoorzitters maken bij een ministervacature samen een voordracht van 3 tot 5 kandidaten, evenzo bij die van elke staatssecretaris. Hier kan iedere Nederlander die passief kiesrecht heeft voor in aanmerking komen.
-Nederland verdient op iedere staatspost de best mogelijke kandidaat. Ons land mag bestuurlijk niet onderdoen voor welke multinational dan ook!
-Alle leden van de TK samen kiezen en benoemen de ministers en staatssecretarissen uit de voordrachten. Daarbij moet het zo zijn dat elk TK-lid volledig vrij kiest zonder fractiediscipline.
-Uitgangspunt is steeds per post de allerbeste uit heel Nederland te vinden, die zijn* sporen heeft verdiend binnen het vakgebied waarvoor een bewindspersoon wordt gezocht. Hij* moet theoretische, praktijk- en bestuurservaring hebben, in principe meer dan welke (top)ambtenaar op het bewuste departement dan ook en moet uiteraard van onbesproken gedrag zijn. (Kleine jeugdzondes wellicht uitgezonderd.)
-Op dezelfde wijze worden de leden van de Eerste Kamer (EK), rechters, topambtenaren, en op lokaal niveau burgemeesters & wethouders gekozen en benoemd.
* Waar hij/zijn staat moet ook zij/haar gelezen worden
-Alle politieke partijen/kandidaat Kamerleden die aan de verkiezingen meedoen moeten gedetailleerd in hun partij- en verkiezingsprogramma omschrijven wat de (partij)standpunten zijn ten aanzien van alle gangbare onderwerpen per departement, ook wat betreft de plannen die bewindslieden beogen te behandelen. Daartoe kunnen ministers of staatssecretarissen gezien hun langetermijnplanning (wordt later uitgelegd) aan alle TK-leden opdrachten geven.
-Daar waar politieke partijen bestaan en niet verboden kunnen worden, zouden alle partijen uitsluitend ondersteunend en verbindend moeten zijn. Met algemene standpunten kan het voor kandidaat Kamerleden en Raadsleden aantrekkelijk zijn zich met een privé-programma aan te sluiten bij een politieke organisatie, zonder gebonden te zijn aan alle partijstandpunten. Het privé-programma waarborgt de onafhankelijkheid naast een bindend commitment aan de eigen kiezers.
-Partijen zijn niet persé noodzakelijk, ter ondersteuning evenwel zeer praktisch. Partijen nieuwe stijl zijn dienend en ondersteunend, absoluut niet meer leidend. Partijen verbieden is niet haalbaar, dus geen optie. Ze inzetten ten behoeve van kandidaten is om die reden puur pragmatisch.
-TK-leden conformeren zich aan de partijstandpunten wanneer er geen persoonlijke nuances zijn aangebracht. In die gevallen stemmen die fractieleden dus ook gewoon met de fractie mee.
-Bewindslieden kunnen bij geplande wetgeving shoppen bij alle Kamerleden die hun persoonlijke standpunten in hun exclusieve programma hebben geformuleerd om aan een meerderheid per ontwerp/onderwerp te komen. (Wordt nog uitgelegd.)
-Om per onderwerp een meerderheid in de TK te bewerkstelligen, zouden TK-leden hier en daar op onderdelen wat concessies kunnen doen zonder hun principes te verloochenen (iets meer naar links of wat opschuiven naar rechts om toch in de buurt van eigen wensen een en ander te realiseren). Hier is dus onderhandelingsruimte! Uitruilen van punten binnen andere dossiers is geen optie. Elk onderwerp staat los van andere, vooral als die andere departementen aangaan. (Een extra JSF gaat nooit ten koste van het onderwijs of de zorg) Ook als items meerdere departementen aangaan, blijft ietwat schuiven binnen het dossier mogelijk.
-Alle fracties kunnen hierdoor per onderwerp bij de meerderheid horen, of juist oppositie voeren. Op basis van precies omschreven partijprogrammaonderdelen kunnen fractieleden wisselend coalities vormen om wetsvoorstellen bij de bewindslieden neer te leggen, of om wetten aan te nemen c.q. te verwerpen.
-Fracties hebben een fractiediscipline ten aanzien van alle in hun programma beschreven standpunten waar de kandidaten voor de verkiezingen unaniem achterstonden en geen persoonlijke nuances bij hebben ingebracht.
-Waar het partij- of persoonlijk verkiezingsprogramma niet in voorziet, zijn alle TK-leden vrij om voor eigen afwegingen en keuzes te gaan, waarbij individuele Kamerleden te rade kunnen gaan bij eigen kiezers. (Wordt hieronder uitgebreid beschreven.)
-In de huidige situatie is het zelfs zo dat de 3 politieke leiders van resp. CDA, D66 & CU niet minister konden worden. Ze moesten fractievoorzitter van hun fractie blijven. Door de zeer krappe meerderheid van slechts 76 tegenover 74 moet elk fractielid volledig ondemocratisch door de partijleider in toom worden gehouden.
-De TK kan niet voortijdig worden ontbonden.
-Bewindslieden kunnen per onderwerp of gebeurtenis wel worden ontslagen, ook weer op democratische wijze door de TK. Het percentage voorstemmers (60, 55, 50 of nog een ander percentage wordt vastgesteld na debatten) bepaalt of een minister of staatssecretaris moet opstappen. Hiervoor moeten duidelijke protocollen worden opgesteld.
-Een bewindspersoon hoeft niet af te treden als aangetoond wordt dat ambtenaren in gebreke zijn gebleven.
-Een bewindspersoon hoeft niet af te treden als een voorganger aantoonbare fouten heeft gemaakt.
-Een bewindspersoon hoeft niet af te treden wanneer hij/zij niet alles weet, (top)ambtenaren kunnen ook de Kamer informeren over bijvoorbeeld ambtelijke details.
Omdat bewindspersonen niet meer partijgebonden zijn hoeft geen enkele partij zich in allerlei bochten te wringen om eigen bewindspersoon tegen beter weten in te blijven steunen. Uitsluitend kwaliteit is doorslaggevend.
-De Senaat is er niet om het werk van de TK nog eens dunnetjes over te doen.
-De Senaat is er ook niet om oud-politici en lobbyisten nog even een goed betaald erebaantje te gunnen.
-De Senaat oude stijl hoeft niet gehandhaafd te blijven, omdat partijen na Provinciale Statenverkiezingen recht hebben op een of meerdere zetels.
-Democratisch gezien is de Senaat een wangedrocht. Behalve dat dit orgaan indirect gekozen wordt, kunnen onwenselijke combinaties van kleine partijen van invloed zijn op het handelen van de Tweede Kamer. Verder wordt niet iedere partij in de Senaat vertegenwoordigd die wel leden in de TK heeft zitten, deels doordat de Senaat getalsmatig kleiner is dan de TK, deels door afgesplitste Kamerleden, deels door ander stemgedrag (provinciale partijen) bij provinciale verkiezingen.
In alle provincies samen zijn diverse zetels door provinciale-/regio partijen gescoord (in Friesland zelfs wel eens 4 door toedoen van met name de FNP). Maar die worden niet vertegenwoordigd in de Tweede Kamer. Er is voor de Senaat een combinatie van diverse provinciale partijen mogelijk, die op die manier één of enkele zetels kunnen halen. De stemmen op die provinciale partijen zijn grotendeels verloren stemmen voor de Senaat en komen daardoor getalsmatig ten goede aan landelijke partijen. Hierdoor is een (lichte) landelijke vertekening mogelijk. Democratisch gezien onwenselijk.
Van de bewindslieden mogen degelijke, doordachte en doorgerekende wetsvoorstellen worden verwacht .
-De volksvertegenwoordigers nemen met specialisten in hun gelederen de ins en outs van wetsvoorstellen, de schrappingen en toevoegingen voor hun rekening en oordelen over de voor- en nadelen.
-De Senaat hoort dan alle wetten en voorstellen te beoordelen op juistheid en haalbaarheid. En niet onbelangrijk: of ze niet in tegenspraak zijn met al bestaande wetten en regelingen.
Tevens moet de senaat beoordelen of wetten niet ten koste zullen gaan van minderheden. De universele mensen- en de algemene
natuurrechten mogen nooit worden aangetast door nieuwe wetten. Bijkomstig, maar ook van groot belang: alle denkbare mazen zijn er om door de senatoren te worden opgespoord en te elimineren.
Als naast de echt democratische volksvertegenwoordigers (de wetgevende macht) en de bewindslieden (uitvoerende macht) ook de rechters (controlerende macht) partijonafhankelijk worden benoemd, heeft de trias politica eindelijk een onafhankelijke status. Is dan vrij van partijbelangen.
Daarvoor moeten geen partijgebonden oud-politici en/of lobbyisten worden ingezet, maar uitsluitend wetsdeskundigen. Deskundigen op het gebied van staatsrecht, strafrecht en civielrecht, met specialisaties als burgerrecht, familierecht, fiscaalrecht, enzovoort. Deze wetsdeskundigen worden door de fracties/fractievoorzitters op dezelfde wijze democratisch benoemd als bewindslieden, rechters en topambtenaren (zie hoofdstuk over Kabinet).
-De senatoren kunnen gewoon werkzaam blijven bij hun oorspronkelijke werkgever, maar een keer op een vaste dag in de week of veertien dagen beschikbaar zijn voor senaatswerk.
-Andersoortige nevenfunctie zijn onwenselijk of zelfs onacceptabel.
-Senatoren kunnen per wetsvoorstel externe experts consulteren.
-Ook hier dus absoluut geen partijpolitieke benoemingen.
-Het kabinet bestaat uit 8 of 16 departementen of uit een ander wenselijk/werkbaar aantal. Getallen en aantallen zijn niet heilig, het principe wel!
-Elke minister wordt voor 8 jaar democratisch benoemd zoals hierboven reeds beschreven.
-Elke bewindspersoon krijgt een verschillend instapmoment. Bij 8 ministers 8 jaar lang elk jaar een nieuw gezicht, bij 16 ministers worden er elk jaar, over 8 jaar 2 vervangen, zodat een kabinet nooit in één moment volledig wisselt.
-Elk bewindspersoon krijgt een baangarantie waardoor langdurige en hoge wachtgelden worden voorkomen en een barrière wordt geslecht om een aantal jaren voor de gemeenschap beschikbaar te willen zijn. (Denk aan ministers, staatssecretarissen, burgemeesters en wethouders)
Kandidaat bewindslieden komen op een shortlist met 3, 4, of 5 namen en kunnen publiekelijk hun motivatie en sterke punten uiten, zonder zich af te zetten tegen medekandidaten. Uiteraard is hier voor de media een taak weggelegd om objectief alle kanten van alle kandidaten te belichten waardoor we niet al na enkele weken met lijken uit gesloten kasten van doen krijgen.
-De TK beslist bij meerderheid van de stemmen na een door diezelfde Kamer geregisseerd verkiezingsprotocol.
-De gezamenlijke fractievoorzitters namens de (ruime) meerderheid van de 150 Kamerleden kiezen de meest capabele kandidaat. Dit is al een stuk transparanter en democratischer en zeker deskundiger dan het gesjoemel nu in de achterkamertjes met partijpolitieke benoemingen van veelal vakinhoudelijke onbenullen.
-Controle tijdens het gehele proces lijkt een uitgelezen kans voor o.a. onafhankelijke onderzoeksjournalisten. Maar ook de achterban, die middels een soort DigiD-systeem meekrijgen voor welke 'kanjer' de eigen volksvertegenwoordiger wil gaan stemmen of heeft gestemd.
-De ministerraad nieuwe stijl komt eens per jaar, net als nu, met een begroting. Binnen deze begroting houden zij rekening met de verwachte inkomsten en uitgaven, net zoals het ook nu geschiet.
-Deze begroting wordt door de ministerraad samen- en vastgesteld. Uitgewerkte wensenpakketten, door elke vakminister per ministerie samen met de betreffende staatssecretarissen en de ambtelijke top geformuleerd, worden binnen het kabinet verdedigd.
-Is het kabinet er voor alle ministeries uit, dan gaat de totale begroting naar de TK. Daar worden alle begrotingen op de plannen en cijfers beoordeeld tijdens de algemene beschouwingen en vervolgens gaat elke minister per maatregel een meerderheid zoeken.
-Per onderwerp kunnen er wisselende meerderheden ontstaan. Zo kan alleen binnen een ministerie het ene punt tegen een ander deels of geheel uitgeruild worden, als er maar binnen de financiële marges wordt gemanoeuvreerd. De aankoop van een extra JSF kan bijvoorbeeld niet worden doorgedrukt ten koste van het budget van het onderwijs of de zorg. Eventueel wel tegen een lager aantal tanks.
-De 100, 150 of 200 gekozen volksvertegenwoordigers beoordelen de voorstellen van de vakministers, maar kunnen ook zelf met alternatieve voorstellen of nieuwe initiatieven komen. Op voorwaarde dat die plannen financieel allemaal binnen de begroting blijven.
-Worden kabinetsvoorstellen afgewezen en komt de Kamer niet met acceptabele alternatieven, dan zou een minister, na een oordeel van de vernieuwde Senaat, aan bijvoorbeeld 40% van de stemmen genoeg hebben om de plannen door te voeren. Ook dit percentage is niet heilig. Haalt hij die veertig niet, dan moet hij zijn huiswerk overdoen, of opstappen.
-Aan de hand van zeer gedetailleerde partijprogramma’s c.q. persoonlijke nuances per Kamerlid –dit is een voorwaarde - kan een minister zijn voorstellen van tevoren inschatten op haalbaarheid.
-Ten aanzien van heikele en zeer ingrijpende onderwerpen zouden de ministers ruim voor de vierjaarlijkse Kamerverkiezingen lijsten kunnen opstellen met onderwerpen, die de daaropvolgende jaren aan de orde komen. Aan alle partijen/TK-leden daarna de opdracht om over deze onderwerpen zeer gedetailleerd standpunten in hun verkiezingsprogramma’s op te nemen. Hierdoor krijgen de kiezers echt iets te kiezen.
-Partijen/Kamerleden kunnen het zich daarna niet veroorloven te gaan draaien, wanneer de regering na de verkiezingen met concrete voorstellen komt. Er kan hooguit wat geschaafd en/of geboetseerd worden. De ministers weten dan al op voorhand, bij welke partijen/Kamerleden ze per onderwerp terecht kunnen.
-Voorbeelden zouden de hypotheekrenteaftrek, onderwijsvernieuwing, infrastructuur, WW-duur, het leger met of zonder JSF, maar ook het wel of niet onder water zetten van de Hedwigepolder, rekeningrijden of proefverlof voor pedofielen en moordenaars, enzovoort kunnen zijn. Herhaaldelijk zwabberend reageren op die Zeeuwse polder, rekeningrijden, JSF of enkelbandjes zoals tot nu toe is gebeurd kan dan niet meer. Je bent voor, of je bent tegen en de dan ontstane meerderheid bepaalt.
-Over verschillende komma’s en punten kan nog gedebatteerd worden. Met aanpassingen zou binnen het budget wat geschoven kunnen worden. Redelijke compromissen zouden geloofwaardiger zijn als het items betreft met enige onderhandelingsruimte.
-In niet voorziene gevallen kan elk Kamerlid terugkoppelen naar de achterban (wordt later uitgelegd) Daardoor is er niet meer een slaafse ja knikkende regeringsmeerderheid en een monddode oppositie, maar kunnen wisselende meerderheden de vakministers al controlerend aan een meerderheid helpen of oppositie voeren.
-De vakministers zorgen voor een sluitende begroting en komen met beleidsvoorstellen. Wisselende meerderheden binnen de TK komen met dekkende alternatieven als beleidsmatige plannen ondanks 'gunstige' partijprogramma’s toch worden afgewezen. Hier zou de eerdergenoemde 40% regeling kunnen gelden.
Komt een minister met een goed doortimmerd plan, waardoor een standpunt van een volksvertegenwoordiger aantoonbaar niet meer houdbaar is, kan de vraag aan de achterban voor gelegd worden of het Kamerlid/Raadslid standvastig moet blijven, of dat op advies van een meerderheid via een minireferendum alsnog een draai moet worden gemaakt.
-Minderheden die er tot nu toe min of meer voor spek en bonen bij zitten of worden uitgesloten en waarvan kwaliteiten voor een groot deel onbenut blijven, kunnen in deze plannen ook wisselend belangrijk zijn. Ieder Kamerlid kan zelfs bij vele onderwerpen die niet in een partijprogramma zijn 'bewerkt' belangrijk zijn.
-In dit systeem nooit meer vier jaar lang een vaste oppositie tot maximaal 74 Kamerleden.
-Individuele volksvertegenwoordigers behorend tot een krappe coalitiemeerderheid van 75+ hoeven nooit meer tegen eigen principes in slaafs en gedwongen achter de regering te gaan staan nadat bij de coalitieonderhandelingen standpunten zijn verkwanseld.
-Een Kamerlid zou minister-president kunnen worden, maar dat is absoluut niet noodzakelijk. Het AS-ideaal is een rechtstreeks gekozen premier.
-Geef bewindslieden een marktconform salaris, maar ontsla ze direct, als ze aanwijsbaar in de fout gaan of niet doen wat de Kamer hen heeft opgedragen. Er hoeft dan maar één minister en/of één staatssecretaris te vertrekken. Een kabinetscrisis is dus niet meer aan de orde. Vallende kabinetten gaan tot het verleden behoren en vervroegde verkiezingen komen niet meer voor.
-De TK kan nóóit worden weggestuurd. Volksvertegenwoordigers zijn door het volk voor vier jaar gekozen. De TK, de Prov. Staten en de Raad zijn heilig.
-De langetermijnplanning is redelijk gewaarborgd. Continuïteit is in het belang van het land, in tegenstelling tot veelvuldig zwalkend beleid ingegeven door partijpolitieke motieven.
-Er is geen enkele reden meer een heel kabinet te laten vallen.
-Bewindslieden moeten blindelings kunnen vertrouwen op hun ambtenaren. Het kan en mag niet zo zijn, dat belangrijke of eenvoudige dossiers voor een minister of staatssecretaris worden achtergehouden. Als de ambtenaren er de oorzaak van zijn dat de Kamer niet volledig of zelfs foutief geïnformeerd wordt, zullen de betreffende ambtenaren – en niet de bewindspersonen - daarvan de consequenties moeten aanvaarden en dus subiet op moeten stappen (zonder ook maar iets wat lijkt op een gouden handdruk).
-Een bewindspersoon mag niet worden afgerekend op presentatie en gebrek aan volledige kennis van alle details.
-Wordt een minister of staatssecretaris naar de Kamer geroepen, dan kunnen ambtenaren die zich verdiept hebben in de materie die besproken gaat worden meekomen. Komt een bewindspersoon er even niet uit, maar is alles wel kloppend, dan is het geen schande dat een ambtenaar verhelderend bijspringt. Een minister hoeft niet per se te weten hoeveel een halfje wit kost.
-Het gaat in wezen niet om de presentatie en het is ook niet belangrijk welke bewindspersoon de meeste details paraat heeft. Het gaat om beleid in het landsbelang. Beleid wordt door een minister uitgedragen, waarbij de ambtenaren slechts van toegevoegde waarde kunnen zijn, meer niet.
-Wanneer er wordt uitgegaan van zestien ministers, die stuk voor stuk voor acht jaar worden benoemd, kan er een roulatiesysteem worden ingevoerd, waarbij elk jaar twee ministers worden vervangen. Mocht een aantal van acht ministeries ook werkbaar zijn, dan wordt er acht jaar lang elk jaar één minister vervangen. Bij twaalf ministers het ene jaar één minister, het jaar daarop twee ministers. Een andere werkbare constructie met andere getallen zou ook kunnen, als alles maar democratisch wordt geregeld.
-Wordt een minister wegens disfunctioneren na zes jaar de laan uitgestuurd, dan moet toch zijn opvolger na twee jaar worden vervangen. Herbenoemen voor nog eens acht jaar is geen regel, maar ook niet uitgesloten als tweederde van de TK en de helft plus één van de Senaat akkoord is.
-Een derde termijn van acht jaar is onmogelijk.
-Beleidsruimte wordt gestuurd of beperkt door de inhoud van partijpolitieke programma’s, maar uitgewerkt, vormgegeven en verdedigd door de ministers en de staatssecretarissen, waarbij eigen initiatieven van alle geledingen zeer welkom zijn.
-Iedere minister krijgt een aantal staatssecretarissen, die elk een belangengroepering binnen het vakgebied van het betreffende ministerie vertegenwoordigt. Deze staatssecretarissen komen 'uit het veld'. Zij worden voor bijvoorbeeld 2 dagen staatssecretaris en blijven voor 3 dagen in de week binnen hun oorspronkelijke werkkring werkzaam. Dat kan ook 3 - 2 zijn. Zo houden ze feeling met hun vakgebied, en houden de ministers, de collegae staatssecretarissen plus de ambtenaren scherp.
-Hun termijn zou 5 jaar kunnen zijn, zodat nooit teveel bewindslieden op een Ministerie tegelijk moeten worden vervangen. Uiteraard na bewezen geschiktheid met de mogelijkheid tot herverkiezing voor nog eens 5 jaar.
==Minister van Onderwijs: iemand die alle lagen van het onderwijs kent en bijvoorbeeld werkzaam was of nog werkzaam is als inspecteur-generaal van Onderwijs.
-Deze krijgt een aantal staatssecretarissen, die drie dagen hun gewone werk in het veld blijven doen en twee dagen beschikbaar zijn als staatssecretaris.
-Voor die twee dagen ontvangen ze een meer dan goed salaris.
–Voor een staatssecretariaat valt te denken aan vertegenwoordigers van onder andere basis-, voortgezet- en universitair onderwijs. Maar ook kandidaten van speciaal, buitengewoon of volwassenenonderwijs kunnen in aanmerking komen, evenals pedagogen en didactici.
-Deze zouden bij gebleken deskundigheid meerdere periodes van 5 jaar kunnen functioneren, of later minister kunnen worden.
*==Minister van Volksgezondheid: deze zou bij voorkeur een medische achtergrond moeten hebben. Te denken valt aan een geneesheer-directeur van een ziekenhuis, een inspecteur-generaal van Volksgezondheid, een specialist, een huisarts, een tandarts, maar ook een fysiotherapeut, of een alternatieve genezer kan kandidaat zijn. Een van hen als minister, de anderen als staatssecretaris afkomstig uit verschillende vakdisciplines.
-Op dezelfde wijze als bij onderwijs en alle andere ministeries.
*==Economie krijgt op die manier een econoom, een bankdirecteur, een fiscalist, een beursspecialist, een verzekeringsexpert, een MKB afgezant of bijvoorbeeld iemand die voor flexwerkers en ZZP’ers opkomt.
*==Een nieuw ministerie van Banken en Pensioenen: hier zwaaien toppers van systeembanken en pensioenfondsen de scepter, samen met vertegenwoordigers van beleggers, woningcorporaties, gepensioneerden en spaarders.
*==Sociale zaken: een werknemer, werkgever, vakbondsman/vrouw, psycholoog, sociaal wetenschapper, of …
-Steeds weer één fulltime als minister voor acht jaar, de rest als staatssecretaris voor zo’n 2 dagen per week en dat voor een periode van vijf jaar. De overige dagen blijven zij in hun oorspronkelijk vak werkzaam.
*==Een Minister van Innovatie lijkt mij een zeer wenselijke optie. Evenals een Minister van Sport en Bewegen, maar ook eentje van Vrede, Veiligheid, Welzijn en Ontwikkelingshulp in plaats van Defensie.
*==Ministerie van Vrede, Veiligheid, Welzijn en Ontwikkelingshulp, met bijvoorbeeld een (hoge), (oud-) militair, een (oud-)politiecommissaris, een pacifist, iemand van en/of voor minderheden, een jurist, een notaris, iemand van jeugdzorg, een ontwikkelingswerker of een afgevaardigde van de kerken.
-Voor elk ministerie geldt steeds dezelfde structuur.
Minderheden kunnen worden vertegenwoordigd door een staatssecretaris. Vb. dieren, kinderen, bejaarden.
-En verder zou er invulling kunnen worden gegeven aan bepaalde slecht of niet vertegenwoordigde groeperingen. Zo zou ergens een staatssecretaris voor ouderen, iemand die kinderbelangen vertegenwoordigt en eentje voor dierenwelzijn op een ministerie ondergebracht kunnen worden. Worden one-issuepartijen beter vertegenwoordigd en zouden daarna opgeheven kunnen worden, vooral als er een kiesdrempel wordt ingevoerd.
-In mijn plan zijn er voor landbestuurders in spe geen partijpolitieke drempels meer. De ministers en staatssecretarissen hoeven niet aan de volgende verkiezingen te denken en hoeven geen kostbare tijd te spenderen aan een langdurige verkiezingsstrijd, met diverse debatten en optredens in de media en in het land. Ze kunnen acht jaar aan het landsbelang blijven werken, gewoon vanaf de allereerste dag na hun benoeming, zelfs tijdens de verkiezingen.
-Rozen, ballonnen, sjaaltjes en pamfletten zijn voor de kandidaat Kamerleden.
-Als vaklui zullen bewindslieden beter opgewassen zijn tegen de topambtenaren, die nu vaak allesbepalend kunnen zijn.
-Langetermijn beleid gewaarborgd.
-Deskundigheid aan top van de BV Nederland.
-Democratischer processen. Elke volksvertegenwoordiger kan bij elk onderwerp belangrijk zijn.
-Geen M7 doctrine meer (Minimale Meeknikkende Meerderheid Mijdt/Minacht/Monddoodt Maximale Machtsbeluste Minderheid)
-Nooit meer vervroegde verkiezingen nadat een kabinet is gevallen. In dit systeem valt een kabinet niet meer in zijn geheel. Hooguit kunnen 1 of 2 ministers, 1 of enkele staatssecretarissen gedwongen vervangen worden.
-Omdat er geen vaste coalities meer nodig zijn, kan een op winst staande coalitiegenoot ook niet meer de stekker uit een kabinet trekken wanneer de peilingen gunstig zijn voor de eigen partij en ongunstig voor de coalitiegenoot.
-Geen demissionaire bewindslui die ingezet worden in verkiezingsstrijd en oneindig in talkshows tegen beter weten in hun loze beloften spuien of blijven verdedigen.
-Geen ongeloofwaardige coalities.
-Geen noodzaak om strategisch te gaan stemmen (SP'ers die PvdA stemmen om de VVD dwars te zitten, PVV'ers die dan maar VVD stemmen om de PvdA uit de regering te houden en dan toch een VVD-PvdA regering krijgen)
-Geen politiek opportunisme naar de waan van de dag c.q. peilingen (eerst maanden wennen, snuffelen & verkennen, dan twee jaar stevig beleid voeren. Vervolgens richting verkiezingen cadeautjes uitdelen.)
-Geen kleine partijen paaien met ondemocratische toezeggingen wanneer het kabinet in de EK geen coalitiemeerderheid meer heeft. (Denk aan de soap Duivesteijn/Schippers over second opinion en vrije artsenkeuze.)
-Geen semi(on-)democratische indirecte verkiezingen van de Senaat.
-De tijd van verbroken verkiezingsbeloften, waterige compromissen, standpunten uitruilen, hapsnap ad hoc beleid, piketpaaltjes slaan, breekpunten, maandenlange formatiebesprekingen, het monddood maken van minderheden, het uitsluiten van partijen, cordon sanitaire, partijpolitieke belangen in plaats van landsbelang, het strategisch stemmen, ondeskundige carrièreplanners (Bleke Blokjes) op 't pluche, vriendjespolitiek, enzovoort gaan tot het verleden horen. Ook hoeven ministers in provinciale, gemeente of EU-verkiezingstijd niet meer met rozen of andere prullaria langs de deuren.
-Peilingen gaan niet meer voor vervroegde verkiezingen zorgen, zodat het niet meer voor kan komen dat al genomen beslissingen teruggedraaid worden omdat een nieuwe coalitie weer andere ideeën spuit.
-Partijprominenten gaan niet meer in achterkamertjes tijdens formatiegesprekken met enkele adviseurs partijpunten inleveren om geforceerd een partij met een volledige andere visie te pleasen om zo tot compromissen te komen, waarbij de wensen van de eigen achterban worden verkwanseld om maar regeringsverantwoordelijkheid te mogen dragen.
-Een ondemocratisch gevolg van het huidige politieke systeem is dat wanneer een politicus of een hele politieke partij er in Den Haag een potje van maakt, dit bij Europese, provinciale of gemeenteraadverkiezingen van invloed is op de uitslag. Haagse bewindslieden in het nauw kunnen bij gemeenteraadsverkiezingen partijgenoten de kop kosten.
-Veel politici zijn econoom, bestuurskundige of politicoloog. Van de huidige Tweede Kamerleden zijn er 145 hoogopgeleid en hebben geen affiniteit met bepaalde bevolkingsgroepen.
-Een partij-zwaargewicht kan zomaar 4 jaar Minister van Onderwijs zijn, daarna 4 jaar de baas zijn op Binnenlandse Zaken om vervolgens 4 jaar op Financiën de lakens uit te delen, zonder met elk van die 3 Ministeries in het verleden iets van doen te hebben gehad. Voorbeelden te over.
-Vaak zijn huidige bewindslieden niet opgewassen tegen de vakinhoudelijk (theoretisch) sterke topambtenaren.
-Er komt ruimte voor een referendumalternatief bij acute problemen waar partijprogramma's niet in voorzien (wordt hieronder nog uitgelegd) wanneer het kabinet er met de TK niet uitkomt terwijl de verkiezingen nog ver verwijderd zijn.
-Geen referenda waarbij de burger zonder dossierkennis alleen kan kiezen tussen ja en nee, voor of tegen.
-Geen referenda waarvoor landelijk overal stemlokalen in orde worden gemaakt met stembussen.
-Geen referenda waar demagogen de toon zetten door tweespalt te zaaien.
-In mijn referendumalternatief zijn zeer strikte beperkingen ingebouwd met zeer duidelijke voorwaarden (vnd)
Nee het moet helemaal anders en geloof me, het kan een stuk democratischer, veel eerlijker en zeker veel deskundiger.
‘Deskundigheid, Continuïteit en Consistentie’ zijn de heilige drie uitgangspunten van deze opzet, waarbij op echt democratische wijze, elke dag opnieuw, de hele Kamer kan controleren en voorstellen kan aanvaarden dan wel afwijzen.
-Vraag een willekeurige burger drie taken op te noemen waarvoor de Provinciale Staten zorg draagt (de zorg in ieder geval al niet). Vraag diezelfde burger eens één lid van deze bestuurslaag bij naam te noemen. Bijna altijd twee moeilijk dilemma's.
-Gedeputeerden gaan vrij anoniem door het leven. Zelfs de naam van de commissaris van de Koning zal vaak niet spontaan opgelepeld kunnen worden.
-Bij Provinciale Statenverkiezingen wordt dan ook vaak landelijk gestemd.
Ooit sprak ik een gedeputeerde. Ik vroeg hem of beide bovenstaande constateringen niet frustrerend waren. “Als de Provinciale Staten morgen niet meer bestaan, wordt het openbaar vervoer een chaos en zullen de wegen niet meer onderhouden worden,” was zijn verbijsterend antwoord. Vervolgens vroeg ik hem daarop of het niet frustrerend was dat hij zijn positie te danken had aan de populariteit van Haagse politieke standen of misstanden, het lekkere kontje van de eigen Kamerfractievoorzitter, het leuke smoelwerk van een woordvoerster in de Tweede Kamer en/of de vlotte babbel van een eigen partijminister die het volk net een fiscaal voordeeltje had gegeven? Het antwoord laat zich raden.
-Als Plasterk ook nog eens voorstelt de provincies Flevoland, Noord-Holland en Utrecht samen te voegen, geeft hij daarmee impliciet aan dat hij de losse 12 provincies onnodig en inefficiënt vindt. Wanneer zo’n nieuwe provincie met ca. 4,5 miljoen inwoners werkbaar zou blijken te zijn, is het een klein stapje om alle provincies samen te voegen. Want welk bestaansrecht heeft Zeeland en/of Drenthe dan nog?
-Voor alle bestaande provincies in de plaats komt dan een nieuw ministerie. Het Ministerie der 12 Verenigde Provinciën. Dan kunnen alle provinciehuizen een andere bestemming krijgen. Het nieuwe ministerie kan in Almere worden gevestigd. Met één minister en 12 staatssecretarissen. De ambtenaren die er echt toe doen kunnen verhuizen naar Almere, centraal in Nederland.
-Provincie overschrijdende zaken kunnen in Almere vlot en soepeltjes worden geregeld.
-De TK nieuwe stijl houdt de controle.
-Alle provincies samen bezitten nu totaal circa vijftien miljard euro. Gelderland alleen al heeft vijf miljard op de bank. Groningen levert heel Nederland gas en heeft amper liggende gelden.
-Alle provincialen zouden als Nederlanders gelijke rechten en plichten moeten hebben, maar zijn in de ene provincie rijker dan in de andere en hebben nu dus niet overal recht op gelijkwaardige financiële overheidsvoorzieningen door de ongelijkheid aan banktegoeden.
-Alle provinciebesturen opheffen en onderbrengen in een ministerie is efficiënter, goedkoper en transparanter.
-In elke provincie blijft een dependance met een aantal ambtenaren, waar de betreffende staatssecretaris voeling houdt met de provincie.
Balinski en Laraki komen met een suggestie die bij het kiezen van wethouders en vooral bij een burgemeester tot de juiste keuze kan leiden: in plaats van raadsleden naar hun volgorde van voorkeur over de kandidaten te vragen, kan je hen vragen een evaluatie (waardering) van alle kandidaten te geven in termen die door alle betrokkenen goed begrepen worden. Bijvoorbeeld in termen van: excellent (ex), very good (vg), good (go), acceptable (ac), poor (po) en reject (re). Het aantal mogelijke waarderingen dient voldoende groot te zijn, zodat elk raadslid zijn/haar onderscheid van de kandidaten tot uitdrukking kan brengen. (vrij naar een idee van emeritus hoogleraar Harrie de Swart), waarbij AS er vanuit gaat dat elk bestuursorgaan overigens over de eigen democratische procedures gaat.
-Elke doorsnee gemeentedienst dient voor alle Nederlanders even duur te zijn.
-Aanvraag en verlengen van rijbewijs, ID-kaart en paspoort: ze moeten voor ieder in heel Nederland even veel kosten. Ook voor de hondenbelasting, een aanvraag bouwvergunning en een huwelijksvoltrekking zou in elke gemeente gelijk in prijs moeten zijn.
-Wat wel en wat niet onder de gelijkheidsregel valt is aan de TK.
-Parkeergeld kan zo'n uitzondering zijn, maar daar waar het wordt geheven, moet het uitsluitend de weggebruikers ten goede komen.
-Ook andere diensten horen naar landelijk vastgestelde normen te worden uitgevoerd.
-De gedecentraliseerde zorgtaken moeten uniform worden uitgevoerd en niet afhankelijk van de politieke kleur van het college, de betreffende wethouder of de controlerende ambtenaar.
-Voor een omschreven indicatie moeten door heel Nederland dezelfde voorzieningen gelden.
-Een gemeente moet uit een minimaal aantal inwoners bestaan, raadsleden moeten een aantal afgesproken dagdelen vrijgeroosterd worden om gemeenteraadswerk te kunnen doen.
-Dit geldt uiteraard ook voor wethouders.
-Kiezers kiezen op basis van een "privé" programma uit alle kandidaat-raadsleden hun vertegenwoordiger. Kandidaten kunnen zich solo aanmelden, maar ook vanuit een (regionale) partij. De gekozen raadsleden krijgen een mandaat voor 4 jaar op basis van hun "privé"programma en koppelen middels minireferenda terug naar de kiezers als een wethouder met iets komt dat niet in het programma staat.
-Wethouders worden door de raadsleden benoemd op basis van kennis en kunde, dus zeker niet partijpolitiek.
-De burgemeester kan rechtstreeks door de kiezers, maar ook door de raad worden benoemd, dat kan per gemeente verschillen, tenzij daar een uniforme richtlijn vanuit Den Haag komt (ook weer door de vertegenwoordigers van alle Ned. kiezers bepaald.)
Dit hoofdstuk, samen met dat over samenvoeging van de provincies zijn politieke items en zouden als zodanig in partij- en/of privé-programma's beschreven moeten worden, evenals het voortbestaan of afschaffen van de monarchie, het instellen van een Constitutioneel Hof, afschaffing van art. 120 van de grondwet, alsook van een Nexit en het inwisselen van de euro voor de gulden. Dat kan op eigen initiatief, maar zou ook als een beschreven standpunt door een minister opgedragen kunnen worden om dit aan de kiezers voor te leggen. Voor een aanpassing van een aantal genoemde items is een 2/3 meerderheid vereist.
Een Constitutioneel Hof zou onderdeel van de Senaat moeten worden.
-Wanneer ieder Kamerlid solo, of georganiseerd in partijverband, met een eigen programma is gekozen, kunnen veel meer mensen in diversiteit vertegenwoordigd worden. Elk Kamerlid heeft een aantal unieke standpunten.
-Als in het kabinet op iedere beleidsplek een partijonafhankelijke ervaringsdeskundige zit op basis van bewezen kunde en kennis en elk Kamerlid een eigen achterban heeft, wordt de macht van de respectievelijke partijtoppen en de topambtenarij gebroken, zullen lobbyisten het een stuk moeilijker krijgen, vooral wanneer de Kamer uit meer dan 150 leden zou gaan bestaan. Met 17 miljoen inwoners zouden 299 TK-leden niet onlogisch zijn.
-Burgers kunnen lid zijn/blijven van een partij naar keuze.
-Elke partij gaat over algemene standpunten, grote beleidsidealen, partijstructuur en contributiebijdragen.
-De partijlijst voor elke verkiezing wordt samengesteld door het aantal voorkeurstemmen van alle aanhangers van elke partij.
-Daardoor geen partijpolitiek gesjoemel en vriendjespolitiek bij de samenstelling van de kieslijst.
-Een goed functionerend Kamerlid kan daardoor niet meer door een partijelite van de lijst worden geschrapt omdat dat lid eens of meerdere keren dwars heeft gelegen. (Ferrier, Koppejan, Omtzigt, Monasch, Elias, enzovoort)
-Meteen na de Kamerverkiezingen kan elke ‘fan’ van een niet gekozen kandidaat een switch maken naar een wel gekozen Kamerlid die met privé standpunten het dichtst tegen de niet gekozen kandidaat aanzit.
-De ‘fan voor vier jaar' krijgt een code die correspondeert met zijn/haar favoriete afgevaardigde.
-Te overwegen is per computer thuis te stemmen. Als een keuze voor 1 bepaalde kandidaat is gemaakt zou er meteen een berichtje terug moeten komen met dank dat de keuze op die ene kandidaat (dus bij naam genoemd) is gevallen. Automatisch vormt zich een achterban gelijk aan het aantal stemmen. Dit sluit in hoge mate fraude uit. Een DigiD-achtig systeem kan meteen de korte lijntjes van de gekozen volksvertegenwoordiger naar de eigen achterban leggen. Privacy argumenten zullen nauwelijks stand houden, immers niemand kan weten wat je stemt.
-Gekeken zou moeten worden om alle stemgerechtigden de kans te geven gratis lid te worden van de politieke partij waar in grote trekken zijn/haar voorkeur ligt.
-Democratie begint immers aan de basis. Binnen een democratie zijn partijen niet te verbieden, maar wel te gebruiken. Een partij wordt dan dienend i.p.v. dwingend.
-Een partij komt met een totaalprogramma als voorstel. De meerderheid de leden bepaalt wat per item uiteindelijk de partijstandpunten zijn. Op basis daarvan kunnen mensen zich kandidaat stellen. Elke kandidaat mag op circa 10% van de standpunten een afwijkende visie hebben, wat de kandidatenlijst zeer gevarieerd maakt. Er valt dan echt iets te kiezen. Met het partijprogramma, aangevuld met eigen nuances wordt de achterban gevraagd hun voorkeur aan te geven middels een interne verkiezing. Ruim voor de interne partijverkiezing worden de kandidaten bevraagd op partijstandpunten, maar bovenal op hun afwijkende privé-overtuigingen. Ze worden vooraf getraind in debatteren en presenteren.
-De uitslag van de interne verkiezing bepaalt de volgorde voor de landelijke partijlijst. Alle “privé”-programma’s gaan naar (het liefst minimaal) 3 elkaar beconcurrerende kieswijzer-organisaties, waardoor er geen ‘gelikte’ en geld verslindende campagne meer gevoerd hoeft te worden.
-Kiezers in het hele land komen middels de kieswijzers vanzelf bij hun ideale kandidaat uit, zeker als meerdere partijen dezelfde democratische route volgen.
-Elk Kamerlid kan woordvoerder worden van welk partijstandpunt dan ook, behalve voor de hooguit 10% afwijkende privé-visies.
-Het merendeel van de standpunten zullen partijpunten zijn. Waar het die punten betreft mag fractiediscipline worden verwacht (geëist?) Voor de nuances is de kandidaat gebonden aan de afwijkende standpunten. Draaien hoeft niet meer, beloftes breken al helemaal niet.
-Alle standpunten worden verwerkt in een schema voor een kieswijzer (bij voorkeur 3 elkaar scherphoudende varianten). Vervolgens loggen alle kiesgerechtigden voor de verkiezingen in en geven aan welke punten steeds hun voorkeur hebben. (Zoals ook nu al de kieswijzer werkt) Kandidaten doen uiteraard zelf mee om te checken of ze bij zichzelf uitkomen. Op de dag van de verkiezingen weet dan iedereen op welke volksvertegenwoordiger hij/zij kan gaan stemmen, omdat die persoon het dichtst bij de eigen idealen uitkomt.
Per partij kan worden uitgegaan tot 50 (landelijk), of 10 kandidaten (bij gemeenteverkiezingen) op de kieslijst.
Andere aantallen zijn uiteraard mogelijk.
-Alle partijen leveren hun kandidaten aan bij de 3 kieswijzer instituten voor de landelijke dan wel de gemeenteraadsverkiezingen. Er hoeven geen stemlijsten met meer dan 1000 kandidaten rondgestuurd te worden. Na het invullen van een 'goedgekeurde' stemwijzer kan er op een bepaalde vaste dag, eens in de 4 jaar, thuis een stem worden uitgebracht op de meest ideale kandidaat die met zijn/haar mandaat de Kamer/Raad ingaat en conform alle eigen standpunten de eigen achterban gaat vertegenwoordigen.
-
Elke stemming in de Kamer (4 jaar lang) wordt via het Digid achtig systeem verantwoord naar de eigen kiezers.
-De financiering van partijen zou mogelijk door de staat geregeld kunnen worden, bv. afhankelijk van het aantal 'gratis' leden.
Democratie is wezenlijk belangrijk, mag best iets kosten, zonder dat dit op de burgers wordt verhaald (gratis lidmaatschap)
Leden kunnen elk jaar, of elke keer wanneer er verkiezingen plaats gaan vinden van partij switchen. Zo kan het voorkomen dat een kiezer landelijk een hele andere partij/beweging aanhangt dan bij gemeentelijke of Europese verkiezingen.
-Komt in de Kamer een item voorbij dat niet met een standpunt in de partijprogramma’s is vermeld, kan per Kamerlid een bondige enquête (referendum-middel) naar de ‘fans’ worden gestuurd. Alle ‘fans’ kunnen eenmalig via DigiD hun mening geven over het voorliggende politieke punt.
-De uitslag van alle gehouden polls wordt openbaar. Is het betreffende item in het persoonlijk programma van een Kamerlid verwoord, is een enquête voor de betreffende parlementariër niet nodig. Elk Kamerlid weet nu hoe het moet stemmen (al voorzien in partijprogramma of uitslag enquête).
-Is uit de enquête 60% voor of juist tegen, moet het Kamerlid gelijkluidend stemmen. Bij een marge rond de 50% (41 t/m 59%?) mag de volksvertegenwoordiger naar eigen eer en geweten stemmen, ervan uit gaande dat de afgevaardigde meer achtergrondinformatie en dossierkennis heeft dan de doorsnee burger/fan.
-Een motivering achteraf naar de achterban voor de keuze na zo’n 41/59 procedure is wenselijk, voor het democratisch gehalte wellicht verplicht.
-Voeling en contact met de achterban wordt significant verbeterd.
-Opgelegde fractiediscipline ten behoeve van een coalitie wordt aldus een taboe.
-Per jaar geven de volksvertegenwoordigers een update van hun programma aan de hand van op de rol staande beleidsplannen.
-Komen er ingrijpende zaken aan de orde (euthanasie, orgaandonatie, Oekraïne, CETA/TTIP, Nexit, maar wellicht ook de 130 km op de snelwegen enzovoort) kan de betreffende bewindspersoon opdracht geven in een update een standpunt te formuleren. De volksvertegenwoordigers kunnen dan te rade gaan bij hun ‘fans’.
-Eens in de 4 jaar, ruim voor de vaststaande verkiezingsdatum krijgen alle kandidaat-Kamerleden van de bewindslieden de opdracht standpunten over de te verwachten beleidsvoornemens te verwoorden en toe te voegen aan hun persoonlijke verkiezingsprogramma, zodat alle stemgerechtigde Nederlanders kunnen kiezen uit een diversiteit aan programma’s in plaats van enkele partijdictaten met het risico dat ‘harde’ verkiezingsbeloftes verwateren of zelfs volledig worden ingeleverd om een onlogische coalitie mogelijk te maken.
Stembusfraude door buitenlandse instanties, de eigen overheid of geheime diensten kan worden voorkomen door kiezers op hun eigen pc, of met een app te laten stemmen via een beveiligd kanaal (DigiD-achtig systeem). Nadat de kandidaat naar keuze is geselecteerd en het rode rondje is verzonden, komt een terugkoppeling met de mededeling dat de kiezer (naam en achternaam) op kandidaat x (naam, achternaam) heeft gestemd. De bewuste kandidaat stapelt het aantal uitgebrachte stemmen, dat overeen moet komen met het aantal landelijk geregistreerde stemmen op deze persoon. Deze registratie is meteen het lijntje van het Kamerlid naar de achterban, indien een referendum per item aan de eigen achterban wordt voorgelegd. Als er tijdens de verkiezingen toch is ingebroken en kiezers niet geregistreerd staan, zullen ze gaan klagen wanneer bij voortduring uitnodigingen voor tussentijdse referenda van het "eigen" Kamerlid niet doorkomen. Het aantal kiezers (fans) van een bepaald Kamerlid moet overeenkomen met de terugkoppelingslijst, die qua aantallen gelijk is aan de verkiezingsuitslag.
*Overal waar 'hij' staat kan ook 'zij' gelezen worden!
++++++++++++++++++++++++++===========+++++++++++++++++++++++++++
Het onderstaande is voor de lezers van het boek Romke D'13 als extra uitleg.
-Dit houdt daardoor in dat iedereen die bovengenoemde alternatieven onderschrijft lid kan zijn van de virtuele partij Romke D'13. En ook voor deze partij in de Tweede Kamer plaats kan nemen.
-Romke D'13 maakt geen onderscheid tussen links en rechts, tussen conservatief en progressief.
-Alle leden kunnen zich individueel manifesteren en profileren. Ieder krijgt politieke vrijheid met uitsluitend verantwoording naar de kiezers die op basis van beschreven persoonlijke standpunten worden vertegenwoordigd.
-Romke-leden zijn volledig vrij omdat de Romke-partij geen andere dan de hier beschreven hervormingen wil realiseren.
-Romke-leden kunnen per onderwerp met de fractie van een traditionele partij waarvan ze ook lid mogen zijn, meestemmen, zelfs die fractievergaderingen bijwonen.
-Eenmaal per kwartaal gaat de Romke fractieleider de Romke-hervormingen in stemming brengen, waarbij de partijdiscipline voorschrijft dat alle Romke-leden alleen dan voor móéten stemmen. (Dit is de enige partijdiscipline)
-Romke-leden kunnen zich kandideren voor een TK zetel door op een privépagina van de Romke-website eigen standpunten te formuleren, waar kiezers terecht kunnen voor een weloverwogen keuze bij de TK verkiezingen.
-Dat houdt in dat de website van een VVD Romke-lid hele andere accenten beschrijft dan een SP, PvdA, PVV, CDA lid van diezelfde Romke-partij, of leden van andere partijen.
-Bestaande partijen wordt opgeroepen hun kandidaten naast het partijprogramma nuanceringen toe te staan.
Hierdoor heeft de kiezer echt iets te kiezen als die achter de hervormingsidealen van Romke D'13 staat.
-Dan kan elk Romke-lid dát deel van het volk dat gekozen heeft voor de idealen van dat lid, ook echt vertegenwoordigen middels een soort privé programma, zonder verkiezingsbedrog te hoeven plegen, zonder grote concessies te moeten doen.
-Na vier jaar kunnen de zittende Romke-leden zich op hun privéwebsite verantwoorden en kunnen nieuwe kandidaat-leden zich profileren of afzetten tegen Romke-leden die zouden hebben gefaald.
-Een kieslijst zou zo maar 100 à 150 kandidaten kunnen bevatten.
-Op een Romke-lid stemmen heeft een veel democratischer gehalte dan op een partij stemmen en afwachten met welke andere partij(en) een coalitie wordt gevormd en welke partijpunten worden ingeleverd of uitgeruild.
-In de Romke D'13 filosofie moet elke bewindspersoon per geval een meerderheid zoeken, te vinden in de partijprogramma's van de bestaande partijen en de websitepagina van de TK-leden die de Romke-idealen aanhangen.
-Een gewetensvraag aan alle niet Romke-leden in de TK bij elke kwartaal-stemmingen om het Romke-model in te voeren kan simpel gesteld de volgende zijn: “Wat prevaleert? Eigen- en partijbelangen of de belangen van de kiezers die op jou (jouw partij) hebben gestemd?
-Mooi (ideaal wellicht?) zou zijn wanneer de partijen die mee doen met de verkiezingen een basisprogramma formuleren, uitgaande van de algemene ideologie.
-De VVD met een liberaal verhaal, PvdA met een sociaal programma. De leden die op de kieslijst komen onderschrijven die standpunten zo veel mogelijk, maar vullen allerlei details naar persoonlijk inzicht en overtuiging in waardoor de sociaal georiënteerde stemmers uit wellicht 50 verschillende sociale programma’s kunnen kiezen.
-De unieke standpunten zouden incidenteel tegenstrijdig kunnen zijn aan het algemene partijprogramma.
-Verschillende ‘privé’-standpunten kunnen deels of volledig door medekandidaten binnen de partij worden overgenomen. Niet uitgesloten kan worden dat ook punten van kandidaten van andere partijen worden geadopteerd. Voor de liberalen idem.
-De keuzemogelijkheid wordt vergroot als een niet sociale of liberale partij een ander basisideologie nastreeft met ook weer per kandidaat eigen nuances.
-Alle andere partijen die denken een deel van het volk met een eigen programma anders dan de reeds genoemde menen te kunnen vertegenwoordigen kunnen op vergelijkbare wijze worden ingericht.
-Omdat er geen regeringscoalitie meer gevormd hoeft te worden weet elke bewindspersoon waar precies geshopt kan worden.
-Alle kiezers kunnen het Kamerlid waarop ze gestemd hebben volgen en hem/haar na vier jaar ‘afstraffen’ indien (te vaak) afwijkend van de beschreven privé-standpunten wordt gestemd.
-Komen duidelijk geformuleerde partijstandpunten, die door de hele fractie zijn onderschreven ter stemming, dan kan unaniem via de fractievoorzitter worden gestemd.
-Wordt een onafhankelijk lid (bijvoorbeeld nummer 5 op de kieslijst) op basis van zijn/haar privé-programma gekozen (voorkeurstemmen) dan gaat dat lid uiteraard naar de Kamer. Haalt dat Romke-lid (nr. 5) driemaal de kiesdeler aan voorkeurstemmen, dan gaan de twee Romke-kandidaten die het dichtst bij de idealen van nr. 5 zitten met hem/haar mee naar de Kamer. Dat zouden in theorie zomaar de nummers 95 en 117 kunnen zijn. Zij dienen bij aanvaarding de afwijkende standpunten van kandidaat nr. 5 te onderschrijven.
-Daarom zal elke TK-kandidaat een lijstje toevoegen met minimaal vijf namen van Romke-leden die het dichtst bij de eigen 'privé' standpunten staan. Dit neigt naar vriendjespolitiek, is het niet als een partijcommissie alle programma's naast elkaar legt en zo objectief mogelijk clusters maakt. De nr. 1 van elke cluster bepaalt samen met de fractieleider en de partijvoorzitter de volgorde van de vier 'bijkeuzes'.
-Behalve voor een beter geleid land kan de kiezer ook op de meest ideale volksvertegenwoordiger stemmen. -Volksvertegenwoordigers die verschoond van carrièrepretenties niet zo nodig als politicus via slinkse manipulatieve manieren middels de Kamer elders de top wil bereiken is een van de uitgangsidealen van dit systeem.
-De enige taak bestaat uit opkomen voor de belangen van zijn/haar achterban.
-Tevens wordt de macht van de (top)ambtenaren binnen dit nieuwe systeem ingeperkt. Deze worden net als de bewindslieden, burgemeesters, rechters en officieren van justitie allen op dezelfde (op de eerder uitgelegde wijze) democratisch benoemd. Ook weer voor een nog vast te stellen vaste periode.
-Uiteraard zal Romke D'13 binnen de bestaande partijen (afvallende) kandidaten met TK-ervaring, die de Romke-idealen omarmen, kunnen benaderen om te voorkomen dat men zou kunnen denken dat de Romke-partij als een gelukszoekersclubje aan randzaken gaat doen.
Bij de komende verkiezingen in maart 2017 bestaat de mogelijkheid dat veel PvdA- en VVD-Kamerleden niet terug zullen keren. Maar ook leden van CDA, PVV, SP, D'66, GL, zouden de overstap kunnen maken, terwijl eveneens SGP, CU, 50+ en PvdD leden welkom zijn.
-Romke D'13 is meer dan slechts democratisch naar de huidige maatstaven en verre van particratisch.
-En: het heeft NIETS van een zakenkabinet achtige constructie.
-De D van Romke D'13 staat daarom dan ook voor 'DEMOKRITISCH DEMOKRAAL' waarbinnen socialisten, liberalen en mensen met andere idealen gewoon kunnen functioneren.
-In de boeken van de Pluchen Revolutie is er o.a. een plaats voor de VIES-partij (VIES staat voor: Voor Ieder ’n Eerlijke Samenleving) onder de paraplu van Romke D’13
-Als het Romke-ideaal is bereikt, wordt Romke D'13 opgeheven.
-Dan kan ieder zittend Romke-Kamerlid zich weer volledig aansluiten bij de partij waarvan hij/zij ook al lid was, of doorgaan op de privétoer, of in partij verband blijven functioneren zoals de VIES-partij zonder de Romke-structuur, als daarmee de kiesdrempel gehaald wordt.
-Vanaf dat moment kan iedere Nederlander zich vertegenwoordigd voelen.
-De onvrede over 'Den Haag' heeft dan veel minder een voedingsbodem.
-Stemmen wordt weer waardevol, hele bevolkingsgroepen kunnen zo volledig meedoen en zich echt vertegenwoordigd voelen.
Voor een korte samenvatting op hoofdpunten kan ik verwijzen naar een toespraak van slechts 10 minuten.
Voor een reactie vraag ik om dit via "contact" (rechts bovenaan deze website) of op rhofsof@gmail.com te doen:
Aanvullingen, kritiek, of algemene opmerkingen zijn altijd welkom.
Is de inhoud van al het bovenstaande dermate aantrekkelijk dat je een dergelijke partij een verrijking voor de democratie vindt en eventueel de oprichting zou willen steunen, laat dit dan ook weten via het contactformulier of op mijn mailadres: rhofsof@gmail.com door uitsluitend te reageren met: 'Ja, ik wil de Romke-partij' met daarachter je naam.
Het is inmiddels mogelijk lid te worden van AS (Alternatief Staatsbestel) De Pluchen Revolutie gaat nl. verder onder de naam AS.