Nogal eens zie je om je heen ouders worstelen met onhandelbare kinderen. Bij opgeschoten jeugd vraag je je bij sommigen af of ze überhaupt wel zijn opgevoed.
1 Wees zo consequent mogelijk. Nee is nee en niet na 3 keer toch ja. Maar overweeg wel eerst waarom het nee moet zijn, anders wordt het een ongemakkelijke strijd.
2 Wees het als ouders altijd met elkaar eens, trek 1 lijn.
3 Is de een ’t niet eens met een maatregel, bespreek dit pas naderhand als het kind elders is.
4 Als een ouder fout zat (zie 4) moet ook die ouder het naar het kind toe herstellen.
5 Stel niet te vaak een vragend gebod. Wat rijmt er op: ‘Ga je mee?’ > een probleem geboren.
6 Als een ander met een klacht komt (leerkracht, buur) ga dan niet in discussie waar ’t kind bij is. Even laten rusten, ben je ook wat minder opgefokt, dan rustig bespreken.
7 Ga er niet vanuit (zie 7) dat jouw kind geen fouten maakt, of klierig kan zijn.
8 Stel regels, hoeft echt niet in overleg met je kind en handhaaf ze. Kinderen zijn geweldig om regels op te rekken. Af en toe niet alles willen zien kan geen kwaad!
9 Ga niet uit van alleen maar straffen bij fout gedrag. Belonen na goed gedrag werkt juist beter.
10 Leer je kind om te gaan met uitgestelde aandacht en teleurstellingen incasseren. Als de ouder(s) met iets of iemand bezig is/zijn, staat het kind maar even niet centraal. Het mag zich best even (zoals wel vaker!) zelf vermaken, of een vraag wat later stellen. Als dat teleurstellend is, is het juist goed. Immers ieder die geleerd heeft met teleurstellingen om te gaan, heeft het later makkelijker.
Er is niks mis met een aangevuld spreekwoord:
‘Streng maar rechtvaardig, streng en toch aardig!’
Opvoeden hoeft niet moeilijk te zijn, maar let wel: de tv of een mobieltje is geen opvoeder!
Wat de regels betreft: die worden door de ouders zonder verdere inspraak vastgelegd. Voorbeelden zouden kunnen zijn: Respect voor alles wat leeft (dieren, dus ook mensen en planten) het mijn/dijn verschil begrijpelijk maken en toepassen. U of jij tegen volwassenen of alleen u tegen de ouderen. Met twee woorden spreken. Tweemaal tandenpoetsen per dag. Eten aan tafel of op schoot. Enz., enz.
Wel kan er overlegd worden met ouders van vriendjes, om een beetje op een lijn te komen, later met ouders van klasgenootjes. Zou via een thema-avond als ouderavond kunnen. Zaken als zakgeld (wanneer beginnen en hoeveel), bedtijd en welke tv-programma’s wel/niet, zouden items kunnen zijn.
Afspraken met kinderen kunnen heel goed in samenspraak, waardoor kinderen ook een eigen verantwoordelijkheid hebben en kunnen worden aangesproken als ze zich hieraan niet houden. Afspraken kunnen worden bijgesteld na een evaluatie. Afspraken als kamer opruimen, meehelpen huisdier verzorgen, helpen met afruimen na ’t eten, enz.
Geef kinderen de ruimte te mogen leren van hun fouten. Daarbij is het essentieel dat ouders niet alles moeten willen zien, horen of weten. Kinderen bij alles op de huid zitten, omdat het kind zo centraal staat, is juist weer niet goed. Binnen alle regels en afspraken moeten kinderen ontdekkingsgedrag leren ontwikkelen.
Ouders zijn en blijven verantwoordelijk. Dus liefdevol, leidend, begeleidend en op zijn tijd loslatend.
Nog geen reacties op dit bericht.