Vroeger werd mij bij lessen staatsinrichting geleerd dat in een democratie de leiders doen wat het volk wil.
Omdat toen al ruim 14 miljoen mensen niet rond één ronde tafel pasten, werden er volksvertegenwoordigers gekozen die uit zouden moeten voeren wat ze de kiezers vooraf beloofden.
Nu de praktijk: Partijen struinen de markt af met welke popie-punten ze de meeste kiezers kunnen trekken. Wordt het gros van de stemmers rechtser, dan passen de partijen zich aan, wordt een partij als te rechts gezien: hup, een ruk naar links is de vreemde move. Is dat democratie? Nee, de partij wil zo groot mogelijk worden. Macht uitoefenen is de leidraad.
Na de verkiezingen worden in de achterkamertjes en achter gesloten fractiekamerdeuren veel kiezersbeloften gebroken en ingeleverd. Is dit democratisch? Nee, macht uitoefenen is de leidraad.
De senaat wordt getrapt gekozen. Kiezers stemmen om het bestuur van hun eigen provincie een kleur te geven, veelal zonder personen op de lijsten te kennen, laat staan de programmapunten. In de campagnes voeren nationale kopstukken de boventoon, specifieke provinciepunten komen amper aan bod. Het gaat namelijk primair om de invulling van de Senaat. Van belang is dat de coalitie ook in de Senaat een meerderheid haalt. Is dat democratisch? Welnee, macht uitoefenen is de leidraad.
En vervolgens worden de senatoren bijeengeschraapt. In grote lijnen krijgt de partij het aantal senatoren wat overeenkomt met de uitslag van de verkiezingen. Vaak wordt voor de provincies niet provinciaal, maar landelijk gestemd. (Gebeurt idem bij gemeenteraadsverkiezingen.) Is de kiezer laaiend op de coalitie, wordt er gewoonlijk op een oppositiepartij gestemd. Is de kiezer laaiend enthousiast over het regeringsbeleid, wordt voor de provinciale staten regeringsgetrouw een rondje roodgekleurd.
Maar dan daarna het gesjoemel met de restzetels en de strategische keuzes van sommige statenleden. Te gênant voor woorden. Er worden deals gesloten om de coalitie te helpen. D66 & CU krijgen een extra (rest)zetel van VVD & CDA. Een statenlid van het CDA stemde op D66, om daar een extra zetel mee te regelen, zijn stem was niet nodig voor de eigen 9 zetels. Voor de VVD gold hetzelfde. Eén stem meer of minder was van geen belang voor de 12 zetels, dus kon er wel een provinciaal op de CU stemmen, waardoor de coalitie niet 30 maar 32 senatoren scoorde.
Je zal maar voor die ene vreemd stemmende VVD’er of CDA’er hebben gekozen, die met zijn/haar stemgedrag de eigen kiezers belazert.
FvD wist niet dat er 2 PVV-statenleden hun partij ontrouw zouden worden en liet een FvD’er op het SGP stemmen. Met die eigen, aan de SGP gegeven stem en die 2 van de PVV’ers had FvD 13 Senaatszetels gekregen, nu blijven ze steken op 12.
Democratisch? Natuurlijk niet, alles gaat om de macht. En dan laat ik de grondwet, de Raad van State en de monarchie nog even buiten beschouwing. Maar alle 3 zijn wel zeer ondemocratisch tot stand gekomen.
Het voordeel van geen coalitiemeerderheid in de Senaat is dat voortdurend een vijfde partij nodig is. Dit is een aspect wat dichtbij één van de uitgangspunten komt van het Alternatief Staatsbestel.
Het begin is er!
Wat zou ik graag je artikelen delen op Facebook.
Zo treffend beschreven!!!
Hallo Joke,
Dank je.
Je mag elk blog (met bronvermelding) op facebook delen.
Groet, Rients